Jan’s Stukkie
Op de bres
Wat kan een mens door een nieuwsfeitje toch leuke herinneringen krijgen he?
Zo moest ik weer terugdenken aan de tijd dat ene meneer Wim Pijbes, directeur
van de Kunsthal in Rotterdam, het in z’n malle hoofd haalde om ‘onze Spin’ te
willen confisqueren om er goede sier mee te maken in zijn sporadisch bezochte
achtertuin. Natuurlijk vlogen vele Hoogvlieters de barricaden op, waaronder Hans
Elemans en ik zelf uiteraard ook.
Gelukkig mocht het kunstwerk blijven en blijft Hoogvliet in de ‘kunstmarkt’.
Toen gingen we nog ergens tegenin, toen verdedigden we nog het Hoogvlietse goed.
In die tijd werd er nog met vuisten op de Coolsingelse tafels gebeukt en liet
Hoogvliet weten dat ze er zijn. De partijen die Hoogvliet rijk was namen het
volk serieus en kwamen voor hen op. Natuurlijk is dat nog zeker het geval, maar
ik bespeur een soort van matheid, een grijze sluier van ‘pappen en nat houden’.
Gelukkig zijn er ook partijen die dit niet pikken en er wat aan willen gaan
doen.
De kleinste partij die Hoogvliet rijk is is de VVD met René van de Graaf als
leider, hij ziet troosteloos neer op de huidige politieke missers en wil er wat
aan doen, dat siert hem.
Ook het immer actieve IBP maakt zich zorgen en wil koste wat het koste Hoogvliet
beschermen tegen debacles. Er is altijd en overal geld te kort en nooit teveel,
dat is in Hoogvliet zo en dat is wereldwijd zo, het hoort bij het leven als
aardappelen en een peukje. Dat te kort is nooit anders geweest, zelden roept een
overheid om hulp bij het uitgeven omdat er teveel centen zijn.
Toch gebeurde er een poosje geleden meer dan nu, met weemoed denk ik wel eens
terug aan onze ‘cultuurpaus’ Arnold van der Heijde, hij zag kans om met een
schoteltje centen veel te regelen, bijna bijbels, zoals ook Jezus uit één
korreltje miljoenen manna’s liet regenen. Waar een wil is is een weg, alweer
zo’n vrome uitspraak, maar wel een waarheid als een koe.
Ik heb wel eens het gevoel dat er politici zijn die die wil niet hebben of bang
zijn hun gezicht te verliezen tegenover hun (landelijke) achterban. Ik verkeer
in de riante positie dat ik niet in de politiek zit, ik kan meer zeggen dan
menig politicus zou willen.
Ja het is geen geheim dat ik zo m’n voorkeuren heb en zelfs lid ben van een
lokale partij, maar ik blijf daarnaast rationeel denken en bevinden, want ook
als ‘mijn’ partij over de schreef gaat zullen ze het weten.
Ik heb het zelden over politiek in mijn ‘stukkies’, ik blijf wat dat betreft
liever op de vlakte, al hou ik wel van politiek. Maar de tegenstellingen en het
bedrijven van partijpolitiek noopt me om op de bres te springen voor Hoogvliet
en haar inwoners.
Besturen doe je afgestemd op de wensen van het volk en niet op basis van wat landelijke richtlijnen, opgesteld door partijen die amper weten hoe ze in Hoogvliet moeten komen.
Jan Koopmans